Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de omzetbelasting 1968

 

Artikel 11
1
Onder bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen voorwaarden zijn van de belasting vrijgesteld:
a
de levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, met uitzondering van:
1
de levering van een gebouw of een gedeelte van een gebouw en het erbij behorend terrein vóór, op of uiterlijk twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming, alsmede de levering van een bouwterrein;
2
leveringen, andere dan die bedoeld onder 1°, aan personen die de onroerende zaak gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 bestaat, mits de ondernemer die de levering verricht en degene aan wie wordt geleverd, gezamenlijk een verzoek daartoe aan de inspecteur hebben gedaan en overigens voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;
b
de verhuur (de verpachting daaronder begrepen) van onroerende zaken, met uitzondering van:
1
de verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines;
2
de verhuur binnen het kader van het hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen, die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;
3
de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en de verhuur van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen;
4
de verhuur van safeloketten;
5
de verhuur van onroerende zaken, andere dan gebouwen en gedeelten daarvan welke als woning worden gebruikt, aan personen die de onroerende zaak gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van de belasting op de voet van artikel 15 bestaat mits de verhuurder en de huurder gezamenlijk een verzoek daartoe aan de inspecteur hebben gedaan en overigens voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;
onder verhuur van onroerende zaken wordt mede verstaan iedere andere vorm waarin onroerende zaken voor gebruik, anders dan als levering, ter beschikking worden gesteld;
c
het verzorgen en het verplegen van in een inrichting opgenomen personen, alsmede de handelingen die daarmee nauw samenhangen, waaronder begrepen het verstrekken van spijzen en dranken, geneesmiddelen en verbandmiddelen aan die personen;
d
de diensten aan de jeugd en de jeugdleiders door organisaties voor het algemene jeugdwerk die door de overheid als zodanig zijn erkend;
e
de diensten door organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering daarvan ten doel stellen, aan hun leden, met uitzondering van:
1
het verlenen van toegang tot wedstrijden, demonstraties en dergelijke;
2
de diensten door watersportorganisaties die voor hun dienstverlening gebruik maken van één of meer personen die in dienstbetrekking werkzaam zijn ten behoeve van de organisatie, voor zover deze diensten bestaan in het met behulp van deze personen verrichten van werkzaamheden met betrekking tot vaartuigen dan wel in het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen;
f
de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen leveringen en diensten van sociale of culturele aard, mits de ondernemer geen winst beoogt en niet een ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen optreedt ten opzichte van ondernemers die winst beogen;
g
1
gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg alsmede gezondheidskundige verzorging van de mens door psychologen; de diensten die door tandtechnici als zodanig worden verricht; de leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici; het vervoer van zieken of gewonden met ambulance-automobielen;
2
de diensten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, en h, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, verleend aan personen ten behoeve van wie in een indicatiebesluit op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is vastgelegd dat ze op de in die onderdelen bedoelde zorg zijn aangewezen, alsmede huishoudelijke verzorging, bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning, verleend aan personen ten behoeve van wie ingevolge die wet vaststaat dat ze op die verzorging zijn aangewezen. Tot de in de vorige volzin bedoelde diensten behoren niet de bij ministeriële regeling in verband met het voorkomen van een ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen aan te wijzen diensten;
3
de diensten door landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers bestaande in het verlenen van dagbesteding, arbeidstraining of dagopvang aan:
a
personen voor wie zij daartoe een schriftelijke overeenkomst hebben gesloten met een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of met een instelling die werkzaam is op het terrein van sociaal en maatschappelijk werk;
b
personen met wie zij daartoe een schriftelijke overeenkomst hebben gesloten en die beschikken over een persoonsgebonden budget met het oog op het geldend maken van hun aanspraken ingevolge de onder a genoemde wet;
h
de diensten door lijkbezorgers;
i
de volgende leveringen en diensten:
1
de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deviezen, bankbiljetten en munten, welke in enig land de hoedanigheid van wettig betaalmiddel bezitten, met uitzondering van bankbiljetten en munten, welke gewoonlijk niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of welke een verzamelwaarde hebben;
2
de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen doch uitgezonderd bewaring en beheer, inzake effecten en andere waardepapieren met uitzondering van documenten welke goederen vertegenwoordigen;
3
het beheer van door beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen ter collectieve belegging bijeengebrachte vermogens;
j
de volgende diensten:
1
het verlenen van en de bemiddeling inzake krediet;
2
de handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende giro- en rekeningcourantverkeer, deposito's, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren, met uitzondering van de invordering van schuldvorderingen;
3
het aangaan van en het bemiddelen bij borgtochten en andere zekerheids- en garantieverbintenissen;
k
handelingen ter zake van verzekering en herverzekering met inbegrip van daarmee samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen;
l
de kansspelen in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Wet op de kansspelbelasting;
m
de diensten, en de daarmee gepaard gaande leveringen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Postwet, die worden verricht door de houder van de concessie, bedoeld in genoemde wet of door een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, van die wet;
n
de niet-commerciële activiteiten van openbare radio- en televisieorganisaties;
o
het verstrekken van:
1
onderwijs, met inbegrip van de diensten en leveringen die daarmee nauw samenhangen, door daartoe bestemde inrichtingen, als is omschreven bij of krachtens de wetten tot regeling van het onderwijs dat krachtens wettelijk voorschrift is onderworpen aan het Rijksschooltoezicht of aan een ander toezicht door de minister die met de zorg voor het desbetreffende onderwijs is belast;
2
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwijs, met inbegrip van de diensten en leveringen die daarmee nauw samenhangen, waarbij kan worden bepaald, dat de vrijstelling slechts toepassing vindt ten aanzien van ondernemers die met dat onderwijs geen winst beogen;
p
de voordrachten en dergelijke diensten in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen, mits tegen een vergoeding die in hoofdzaak strekt tot dekking van kosten;
q
de diensten door componisten, schrijvers en journalisten;
r
de levering van een roerende zaak die in het bedrijf van de ondernemer uitsluitend is gebruikt ten behoeve van vrijgestelde prestaties of voor doeleinden als zijn bedoeld in artikel 16, ingeval ter zake van de voorafgaande levering van die zaak geen belasting in aftrek is gebracht;
s
de levering van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk;
t
de diensten en daarmee nauw samenhangende leveringen door werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede door organisaties van politieke, godsdienstige, vaderlandslievende, levensbeschouwelijke of liefdadige aard aan hun leden tegen een statutair vastgestelde contributie; bij algemene maatregel van bestuur kan de vrijstelling buiten toepassing worden verklaard in gevallen waarin zij zou leiden tot een ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen;
u
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten welke door zelfstandige groeperingen van personen of lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die prestaties verrichten welke zijn vrijgesteld of waarvoor zij geen ondernemer zijn, worden verleend aan hun leden en welke rechtstreeks nodig zijn voor het verrichten van voornoemde prestaties, mits die groeperingen van hun leden slechts terugbetaling vorderen van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven en geen ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen optreedt;
v
leveringen en diensten van bijkomstige aard door organisaties waarvan de prestaties overigens op grond van onderdeel c, d, e, f, o, 1°, of t zijn vrijgesteld, voor zover die leveringen en diensten voortvloeien uit activiteiten ter verkrijging van financiële steun voor deze organisaties, mits de ontvangsten ter zake van leveringen niet meer bedragen dan € 68 067 per jaar en ter zake van diensten niet meer dan € 22 689 per jaar, met dien verstande dat voor organisaties als bedoeld in onderdeel e, laatstgenoemd bedrag € 31 765 bedraagt. Tot de in dit onderdeel bedoelde leveringen en diensten behoren niet de bij ministeriële regeling in verband met het voorkomen van een ernstige verstoring van de concurrentieverhoudingen aan te wijzen leveringen of diensten;
w
opvang van kinderen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet kinderopvang, indien het betreft kinderopvang in een overeenkomstig die wet geregistreerd kindercentrum of gastouderopvang door tussenkomst van een overeenkomstig die wet geregistreerd gastouderbureau en overigens wordt voldaan aan de in voormelde wet gestelde eisen, opvang van kinderen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdelen a en b, van die wet, alsmede nader bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van kinderopvang.
2
De vrijstellingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c, e en t, zijn slechts van toepassing, indien met de aldaar bedoelde prestaties geen winst wordt beoogd. Onder het beogen van winst wordt mede verstaan het behalen van exploitatieoverschotten, tenzij deze niet worden uitgekeerd, doch worden aangewend ten dienste van de bedoelde prestaties. De nauw samenhangende leveringen van goederen en diensten, bedoeld in het eerste lid, aanhef, onderdelen c, o, onder 1° en 2°, en t, zijn van de vrijstelling uitgesloten:
a
wanneer zij niet onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen;
b
wanneer zij in hoofdzaak ertoe strekken aan de instelling extra opbrengsten te verschaffen door de uitvoering van handelingen welke worden verricht in rechtstreekse mededinging met aan de heffing van belasting onderworpen handelingen van commerciële ondernemingen.
3
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°:
a
wordt als gebouw beschouwd ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden;
b
wordt na de verbouwing van een gebouw de ingebruikneming als eerste ingebruikneming aangemerkt, indien door die verbouwing een vervaardigd goed is voortgebracht;
c
wordt als erbij behorend terrein beschouwd ieder terrein dat naar maatschappelijke opvattingen behoort bij dan wel dienstbaar is aan het gebouw.
4
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt als bouwterrein beschouwd onbebouwde grond:
a
waaraan bewerkingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden;
b
ten aanzien waarvan voorzieningen worden of zijn getroffen die uitsluitend dienstbaar zijn aan de grond;
c
in de omgeving waarvan voorzieningen worden of zijn getroffen; of
d
ter zake waarvan een bouwvergunning is verleend;
met het oog op de bebouwing van de grond.
5
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a, onder 2°, en b, onder 5°, worden onder het gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 bestaat, niet begrepen de handelingen, bedoeld in de artikelen 3, derde lid, en 4, tweede lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AA2326, Cassatie, 33371
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    01-07-1998
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    gewezen op het beroep in cassatie van X te Z, België tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 21 april 1997 betreffende na te melden beschikking inzake teruggaaf van omzetbelasting. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Belanghebbendes verzoek om teruggaaf van omzetbelasting...
  • LJN AA2388, Cassatie, 33077
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    28-01-1998
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 januari 1997 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de om zetbelasting. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof. Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1992 tot en met 31 december...
  • LJN AA4342, Eerste aanleg - meervoudig, P95/1991
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    09-01-1997
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Gerechtshof te Amsterdam kenmerk P95/1991 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen P, de inspecteur. 1. Loop van het geding Van belanghebbende is een beroepschrift...
  • LJN AD7164, Cassatie, 36859
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    14-12-2001
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Nr. 36.859 14 december 2001 JV gewezen op het beroep in cassatie van de gemeente X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 19 januari 2001, nr. 699/97, betreffende na te melden naheffingsaanslag in de omzetbelasting. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is...
  • LJN AT0649, Eerste aanleg - meervoudig, BK-04/00088
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    11-03-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Omzetbelasting. Toepassing artikel 11, tweede lid, van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting en artikel 17, vijfde lid, onderdeel c, van de Zesde Richtlijn. Bij de berekening van het voor aftrek in aanmerking komende gedeelte van de voorbelasting hoeft geen rekening te worden gehouden met de omstandigheid...
  • LJN AV0823, Cassatie, 41751
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    03-02-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Art. 11 uitv. Besch. OB’68: splitsing omzetbelasting op basis van werkelijk gebruik; vaststelling werkelijke gebruik op basis van objectief en nauwkeurig vast te stellen gegevens.
  • LJN AZ8217, Eerste aanleg - meervoudig, 06/521
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    05-02-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Omzetbelasting: aan eiseres betaalde rentevergoedingen ter zake van uitgestelde levering van grond behoren tot de vergoeding voor de levering van die grond. Niet aannemelijk is dat het perceel onbebouwde grond, als gevolg van sloop van kassen op het perceel, ten tijde van de uitspraak op bezwaar kon worden aangemerkt als bouwterrein.
  • LJN AZ8732, Eerste aanleg - meervoudig, 03/01657
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    14-09-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Hertogenbosch
    Belanghebbende meent dat zij met een beroep op het bepaalde in paragraaf 23, lid 3, van de Toelichting aftrek van voorbelasting recht heeft op aftrek van de omzetbelasting verschuldigd voor de voormelde 3.1.h-levering op basis van de omzetten van de verhuurde vierkante meters. Zij voert in dit kader...
  • LJN BB0414, Cassatie, 42415
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    02-11-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Artikelen 6, lid 2, en 17, leden 1, 2 en 6, Zesde richtlijn; onmiddellijke en volledige aftrek van voorbelasting toegestaan voor niet-investeringsgoederen en diensten die gemengd worden gebruikt voor economische en niet-economische prestaties? Prejudiciële vragen aan het HvJEG.
  • LJN BC5868, Eerste aanleg - enkelvoudig, 146802 HA ZA 06-1714
    Rechtsoort
    Handelszaak
    Datum uitspraak
    27-02-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank 's-Hertogenbosch
    Eiser in hoofdzaak verkocht een onroerende zaak aan een derde (gedaagde in vrijwaring). Gedaagde in hoofdzaak was de notaris voor wie de akte van levering is verleden. Partijen bij de koopovereenkomst beoogden een levering, belast met omzetbelasting. Op advies van de notaris vroegen partijen aan de Ontvanger...
  • LJN BC8440, Eerste aanleg - meervoudig, 348648
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    19-03-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Amsterdam
    Schadestaatprocedure, causaal verband tussen wanprestatie en schade, eigen schuld, berekening schade, bouwterrein in de zin van de Wet OB
  • LJN BD6476, Eerste aanleg - meervoudig, 04/00433
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-06-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Hertogenbosch
    Gelet op de onder 2.4 tot en met 2.10 vermelde feiten is het Hof van oordeel dat door de aan de onroerende zaak verrichte werkzaamheden geen goed is vervaardigd in de hier bedoelde zin. Het Hof neemt hierbij in aanmerking dat het uiterlijk van de onroerende zaak in beperkte mate is gewijzigd. Naar zijn...
  • LJN BJ2886, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 07/1128
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    30-01-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Arnhem
    Boete. Gelet op de aard van de ondernemingsactiviteiten kon en mocht van eiser worden verwacht dat hij op de hoogte is dan wel zich stelt van de werking en de systematiek van de wet omzetbelasting. Nu eiser geen onderzoek heeft verricht is er sprake van voorwaardelijk opzet.
  •